De hele week stromen de appjes binnen… “Ik ben over!”
“Ik had een 6 voor wiskunde!”
“Het is gelukt!”
“Raad eens wat ik had voor … ?”
Ik ben blij, vier mee en ben minstens net zo trots op hen als zij. Ik leef en hoop mee, met hen die nog even geduld moeten hebben tot de laatste resultaten binnen zijn. Ze hebben zo hard gewerkt allemaal! Sommigen moesten “alleen op niveau presteren, dan blijft alles voldoende”. Voor een enkeling was dat nieuw, en maakte juist die wetenschap het moeilijk om te vertrouwen op je eigen kunnen. Anderen moesten nog serieuze bergen verzetten in hun strijd tegen de minpunten. Ze deden wat ze konden en meer.
Terwijl ik mijmerend uit het raam kijk, zie ik een bekende verschijning aan komen fietsen. Hij slingert zijn lange puberbeen over het zadel als ik hem tegemoet loop. Uit het krat voor op zijn fiets tovert hij bloemen tevoorschijn.
In december maakten we kennis, hij en ik. In bijzijn van zijn ouders vertelde hij. “Ik sta 10 minpunten! Mijn vriend zegt dat jij mij kan helpen.” Samen gingen we aan het werk. Leerde hij dat wat hij kon doen om het tij te keren. Leerde hij plannen (en dat plannen niet hetzelfde is, als je aan je planning houden. Het blijft een puber! 😉 ) Leerde hij wat het effect is van positieve ervaringen opdoen. Braken we samen steen voor steen zijn muur van onzekerheid en faalangst af. Werd hij deze toetsweek toch nog geconfronteerd met de ruïnes van die muur en gaf dat stress. Stress omdat hij het moest laten zien nu. Zijn slotakkoord in zijn strijd tegen de minpunten.
Maar nu staat hij voor mij. Hij slaat zijn armen een beetje onhandig om mij heen voor een knuffel. Hij drukt mij de bloemen in handen en kijkt haast bedrukt. Zegt dat het niet genoeg is om uit te drukken hoe blij hij is met mijn hulp. Ik zeg hem dat hij, die prachtige puber, groot genoeg is. Dat zijn blik en oprechte vreugde álles waard is voor mij. Ik zeg hem dat ik trots op hem ben! Een grote grijns breekt door op zijn gezicht. “Ik ben ook wel een beetje trots!”, fluistert hij.
Samen kijken we terug op het afgelopen half jaar. “Van 10 minpunten naar 2”, zegt hij. “Over naar 4 vwo!” Ik vraag hem wat hij meeneemt van dit jaar, wat hij volgend jaar weer gaat doen. Wat zijn jouw pluspunten van dit jaar? “Ik weet nu dat ik het kan als ik het doe! Een goed begin is het halve werk zeggen ze toch?”
We nemen afscheid. “Tot volgend jaar!”, grijnst hij. Nu eerst genieten van de zomer!
Terwijl hij de straat uitfietst, verwonder ik mij. Verwonder ik mij over hoe de ontwikkeling en groei van pubers uitgedrukt wordt in cijfers en minpunten. Minpunten en compensatiepunten (voor die minpunten), maar geen pluspunten. Wordt omwille van ‘eerlijkheid’ de ontwikkeling van pubers langs die cijfermatige lat met cut off op 5,5 gelegd. Een lat waarlangs schier ongrijpbare zaken als het krijgen van zelfvertrouwen of de soms stormachtige ontwikkeling van puber naar het durven zijn van een fijne wereldburger geen plaats vinden.
Dát lijkt mij nou het grootste minpunt!