De zon schijnt. De lucht is blauw. Ik word geroepen. Fietsweer! Verlangend denk ik aan mijn fiets in de schuur. Aan uren benen laten malen. Aan een leeg hoofd. Verlangend denk ik aan wat was.

Ik loop naar boven en doe de kastdeur open. Op ooghoogte word ik aangekeken door een stapel kleding. Als ik er mijn vingers langs laat gaan, springt het kaartje tevoorschijn. Een nieuwe fietsbroek. Een nieuw fietsshirt. Met de kaartjes er nog aan. Een shirt met een grote steekzak op de rug, zodat mijn telefoon mee kan om mijn prestaties vast te leggen. Een shirt in kleuren matchend bij mijn fiets. Fietsen in kleding die vloekt bij je fiets… dat doet toch een beetje onrecht aan de schoonheid van de fiets. Inwendig schiet ik in de lach…

Terwijl ik daar sta zo voor de kast, barst een kakofonie van stemmen los in mijn hoofd. Zorg nou eerst maar eens dat je weer kan fietsen voordat je deze kleding aan doet. Ze zien je al gaan met die helm. Bang dat je omvalt? Voor je snelheid is het niet nodig! Wat doet het er toe wat een ander denkt? Ga je je werkelijk omkleden voor die paar kilometer fietsen?

Ik steek mijn hand uit en grijp naar het shirt dat het mooist bij mijn fiets kleurt, terwijl de stemmen verder praten.

Herinneringen aan eindeloos fietsen en gedachten die uit mijn hoofd waaien komen boven. De realiteit van de dag grijpt mij vast en laat mij voelen hoe ver ik verwijderd ben van dat gevoel. Het continu moeten loslaten van wat niet meer lukt, moeten terugschakelen naar wat nog wel lukt. Gedwongen steeds weer iets in te leveren.

Vastberaden kleed ik mij langzaam uit en hijs mij in de nieuwe outfit. Vastberaden te luisteren naar de lokroep van blauwe lucht en zonneschijn. Vastberaden de stemmen te negeren. In het grote steekvak op mijn rug prop ik mijn medicijnen als ware het mijn bandenplakset, eerste hulp bij fietsproblemen. Ik druk mijn helm op mijn hoofd, trek mijn fietshandschoenen aan. Mijn handvatten voelen vertrouwd als ik mijn fiets achteruit de schuur en tuin uit manouvreer.

Slingerend maak ik vaart in de steeg, verrast door het verzet uit oude tijden. Historisch verzet als tegenwind in het hier en nu. Ik schakel terug, letterlijk nu. Staand op de pedalen maak ik vaart en voel de wind tegen de blote huid van mijn wangen. Verlangen welt op.

Ik draai de bocht om, de polder in. Behoedzaam draaien mijn benen rond. Met iedere slag groeit het bewustzijn van de paden die zich voor mij uitstrekken. Met de zon op blote huid van mijn wangen groeit het bewustzijn dat achterom kijken niet hoeft. Met mijn ogen gericht op het pad voor mij, schakel ik. Schakel ik naar rijk voelen met wat wel kan. Ik pak mijn telefoon en leg mijn prestaties vast.

Voel de kracht.

Mentaal schakelen.

Categorieën: Stukjes